In de 
Tachtigjarige Oorlog maakte Doesburg veel krijgsgeweld mee, zoals in het jaar 1572, toen 
de stad bezet werd door 
Geuzen onder leiding van 
Bernard van Merode en 
Willem IV van den Bergh van de week vóór 
Pinksteren  tot oktober. De graaf van den Bergh had eerst toegang tot de stad  gevraagd, en daarop had de magistraat enige afgevaardigden naar het 
Hof van Gelre  gezonden hoe ze zich hierover moesten gedragen, maar eer het antwoord  binnen was, hadden de Geuzen de stad al ingenomen en geplunderd.
[3]

Vanaf 1586 kreeg Doesburg een vast garnizoen, gestationeerd in de  Mauritskazerne (nu Mauritsveld). Op 31 juli 1606 trok de Spaanse  veldheer 
Ambrogio Spinola op naar de stad om de Staatse veldheer 
Maurits van Nassau, de latere 
prins van Oranje,  te misleiden, alsof hij Deventer wilde aanvallen, waarmee de IJssel  werd bedreigd. Maurits trapte in de list en doorzag niet dat de beweging  naar Doesburg een afleidingsmanoeuvre was; een Spaanse troepenmacht  probeerde langs 
Almelo het 
Zwarte Water over te steken, maar werd verslagen in de 
Slag bij de Berkumerbrug. Op last van Maurits werden de Doesburger verdedigingswerken flink verbeterd en uitgebreid in de jaren 1606-1629.
[4] 

In 1672 werd Doesburg belegerd en veroverd door de Fransen; zij  bezetten de stad tot 1674. Hierna kreeg Doesburg uitgebreide 17e-eeuwse  vestingwerken naar ontwerp van 
Menno van Coehoorn, maar veranderde in een slaperig provinciaal vestingstadje. 

In de negentiende eeuw werd het derhalve beschreven als een niet  erg florerende stad die met een stagnerende economie en een teruglopende  bevolking te maken had. Bestuurlijke instellingen, zoals de rechtbank,  hielden de stad enigszins draaiende, al was het op een laag pitje. De  culturele elite heerste met de predikanten, juristen en medici als  grootste groepen. De beroepssector was weinig dynamisch: zelfs  de economische beroepen, zoals de gasfabrikant en wijnhandelaar, waren  weinig ondernemend. Er heerste geen sfeer waarin nieuwe initiatieven  ontwikkeld konden worden. Het was in feite de vraag of in het Doesburgse  milieu de energieke ondernemer wel kon aarden. In de loop van de  negentiende eeuw hebben honderden mensen Doesburg verlaten. Het stadje  zou de blik niet op de toekomst hebben, maar op het verleden.
[5] 

Doesburg zou tot na de 
Tweede Wereldoorlog  in deze lethargisch toestand blijven. Dit had ook zijn voordelen, de  historische binnenstad met zijn vele monumenten bleef goed bewaard. De  stad werd daarom in 1974 als 
beschermd stadsgezicht aangewezen. 
Tweede Wereldoorlog

Begin 
Tweede Wereldoorlog  werd Doesburg redelijk snel ingenomen door het Duitse leger. Over  verzet in Doesburg is weinig terug te vinden. Op 20 april 1944 is de  stad echter het toneel van een vuurgevecht tussen de Duitse 
Sicherheitsdienst en ondergrondse strijders van de 
KP-Aalten  in en om de drogisterij van Philip Gastelaars aan de Koepoortstraat.  Tijdens de schietpartij wordt de KP-commandant gedood en daarna worden  uiteindelijk de andere drie mannen en ook gastheer Gastelaars  gearresteerd. De knokploeg was onderweg naar Noord-Brabant om wapens op  te halen, maar kreeg tijdens de heenreis steeds meer in de gaten dat hun  Nederlandse chauffeur en contactman hen in een Duitse val liet lopen.  Vandaar hun besluit om een pauze voor beraad in te lassen bij de "goede  Nederlander" Philip Gastelaars in Doesburg. Voor de Doesburger liep het  ook verkeerd af: hij werd een dag later op het terrein van de  SS-opleidingsschool "Avegoor" bij 
Ellecom "op de vlucht doodgeschoten".
[6]. 
[7]. 

Begin oktober 2021 werd op de stadsmuur langs de Kraakselaan een  plaquette onthuld ter herdenking van de heldhaftige daad van de jonge  Doesburger Gerrit Vermeulen om op 16 april 1945 met gevaar voor eigen  leven - zich in de duisternis een weg te banen naar de Canadese  legereenheid bij 
Drempt, die op het punt stond om Doesburg te bevrijden.
[8].  Na ongeveer 5 jaar bezetting werd Doesburg bevrijd, helaas hebben de Duitsers de 
Martinikerk, de Mauritskazerne, de watertoren en de molen opgeblazen. 
Naoorlogse ontwikkelingen

Omdat Doesburg tot 1923 officieel een 
vestingstad  was, was stadsuitbreiding niet mogelijk. Na de Tweede Wereldoorlog werd  de stad snel uitgebreid. De toren van de Martinikerk was in 1945  opgeblazen, maar werd in de jaren 50 en 60 herbouwd. In de jaren 50 werd  aan de oostelijke zijde van de stad de wijk Molenveld gebouwd. In de  jaren zestig volgde de wijk De Ooi. Ten zuiden van de Oude IJssel  volgden in de jaren 70 en 80 de wijk 
Beinum,  recent is ten zuiden van Beinum de wijk Beinum-West gebouwd. Aan het  begin van de 21e eeuw is aan de IJsselkade een nieuwe woonwijk verrezen  van 44 woningen en 124 appartementen onder architectuur van de  Italiaanse architect Adolfo Natalini. In 2007 is daar begonnen met de  bouw van een hotel met appartementen. 
Bezienswaardigheden
Monumenten

Op het gebied van de archeologie en de monumentenzorg werkt de gemeente Doesburg samen met de 
gemeente Zutphen. Doesburg telt meer dan 150 rijksmonumenten, 6 gemeentelijke monumenten en andere bezienswaardigheden, zie de 

 
 
 Kaart van de oude vesting Doesburg.
Kaart van de oude vesting Doesburg. 
Toerisme

Ten noorden van Doesburg bevinden zich diverse 
campings  waar in het seizoen ruim 4000 bezoekers verblijven. Ook de historische  binnenstad met diverse musea en vele monumenten trekt ieder jaar weer  duizenden toeristen. Grote toeristentrekkers zijn de Gildehof, de  Doesburgse Mosterdfabriek en 'De Waag', naar verluidt de oudste  horecagelegenheid van Nederland en het Arsenaal, voormalig Middeleeuws  klooster en wapenopslag uit 1309, nu in werking als multifunctioneel  centrum met onder andere een Grand Café. Iedere eerste zondag van de  maand wordt de Culturele Zondag in de historische binnenstad  georganiseerd. 
Economie
Industrie

Aan  de noordzijde van de stad, parallel aan de N317, ligt het  bedrijventerrein Verhuellweg. Ten oosten van de wijk Beinum, naast de  provinciale weg N338, liggen de bedrijventerreinen Beinum-Oost en  Beinum-West. Langs de Gelderse IJssel is een 
ijzergieterij gevestigd. 

Doesburg staat bekend om zijn mosterd, en inwoners worden ook wel spottend “mosterdpotten” genoemd.  De oudste vermelding over een mosterdmaker dateert uit 1457 en betreft  Gosen Momme, die in het bezit was van een mosterdmolen. In 1865 zijn zes  mosterdmakers actief in Doesburg. Tegenwoordig huisvest Doesburg één  mosterdfabriek. Tijdens de jaarlijkse Mosterd Muziekdag gaan Doesburgse  horecaondernemers met elkaar de strijd aan om de beste mosterdsoep. 
Winkelen

In de binnenstad bevinden zich winkels die op vrijdagavond koopavond hebben. De 
weekmarkt  is er op woensdagmorgen van 8:30 tot 12:30 uur en voedingsmarkt op  zaterdagmorgen van 8:00 tot 15:00 uur. Beide markten vinden plaats op  het plein bij de Martinikerk. 
Evenementen

Doesburg is jaarlijks het decor voor enkele grote evenementen. Naast de Doesburgse 
Koningsdag die uit de wijde omgeving bezoekers trekt, is er ieder jaar in augustus een grote 
fotograficabeurs, in juni is er een 
kermis, in juli de 
braderie en straattheaterfestival 
Doesburg Binnenste Buiten (het grootste gratis evenement van Oost-Gelderland),
[9] in november is ieder jaar de intocht van St. Nicolaas aan de grote nieuwe IJsselkade van Doesburg. Dit betrof in 1995 zelfs de 
landelijke intocht van Sinterklaas. 

Naast deze evenementen vindt begin juni de Hanzefeesten en  Sint-Maartensmaaltijd plaats. Tijdens dit gecombineerde evenement wordt  de historische binnenstad omgetoverd in een middeleeuws tafereel en  worden oude ambachten gedemonstreerd. In de Martini-kerk vindt de  traditionele Sint Maartensmaaltijd plaats, terwijl op het kerkplein een  curiosamarkt gehouden wordt. De maaltijd wordt georganiseerd door de  Stichting Manifestaties Martinikerk Doesburg (SMMD) en de Hanzefeesten  door de stichting Hanzefeesten Doesburg.
[10] Al deze activiteiten zijn gratis toegankelijk. 
Bron: Wikipedia